Skip to main content

Het is dinsdagmiddag. Ik ben bij Interakt voor de jaartraining die ik daar volg. Wie wil er een proces, was de vraag. Ik ben een van de deelnemers die haar hand heeft opgestoken. De groep wordt verdeeld in subgroepen en we gaan aan de slag. Ik schrijf mijn zin van verlangen op het bord, lees ‘m hardop voor en vraag aan een van mijn groepsgenoten of ze wil resoneren met het woord ik, dat onderdeel is van de zin die op het bord staat.

Daar staan we, tegenover elkaar. Ik krijg een naar gevoel in mijn buik en voel een druk op mijn borst naar mijn keel toe. De resonantiepersoon van het woord ik, zegt hetzelfde te ervaren. Ze loopt weg en draait haar rug naar mij toe. ‘’Dit vind ik niet fijn.’’ hoor ik mezelf zeggen. Lichte paniek. De druk op mijn borst wordt erger. Benauwd. Terwijl ik van mijn plek af beweeg, ontstaat er beweging bij haar. Ze draait zich om en loopt naar mij toe met gestrekte benen, haar voeten in een punt gebogen waarbij haar tenen het eerst de grond raken. Het nare gevoel in mijn buik verdwijnt en maakt plaats voor een licht en blij gevoel. Ik kijk naar haar voeten. Het woord ballet komt in mij op.  Tegelijkertijd zegt de resonantiepersoon het woord ballet hardop. ‘’Ja dansen’’ vervolgt ze en maakt een balletbeweging. Ze vervolgt: ‘’Ik zie een bar waaraan ik oefeningen doe.’’ We kijken elkaar aan. ‘’Hoe oud ben je?’’ vraag ik. Ongeveer vier jaar is het antwoord. Ik kijk naar haar voeten en zie dat ze zelfs met haar voeten in de eerste positie staat. Ik ben verbaasd, verwonderd, geraakt… alles ineen. Ik ben verbaasd dat ballet zich aandient en dat dit mij zo’n blij gevoel geeft. Als vierjarig meisje zat ik op ballet. Mijn moeder beoogde hiermee een tweeledig doel; Ik zou klassieke muziek leren waarderen en een rechte lichaamshouding ontwikkelen. Lange tijd hield ik van dansen en nu besef ik dat ik vergeten was hoe groot mijn liefde voor ballet was. ‘’Die droom heb ik ook opgegeven.’’ zeg ik hardop. De resonantiepersoon zegt nu dat ze verschillende leeftijden tegelijkertijd is, van ongeveer vier jaar tot een jaar of zeventien oud. De leeftijd waarop ik het dansen achter me heb gelaten.

Het proces zet zich voort. Ik besluit een tweede woord te onderzoeken en vraag aan een andere groepsgenoot of ze wil resoneren met het woord ervaar. Wat ik krijg te zien en ervaar, is niet fijn. De druk op mijn borst en het nare gevoel in mijn buik komen terug. Ik word onrustig en het puzzelt me. De resonantiepersoon van het woord ik, wendt zich af. Met haar rug naar het woord ervaar gekeerd, staat ze voor het raam naar buiten te staren terwijl ze afwisselend op haar tenen staat en vervolgens haar voeten weer afrolt zoals bij een rélevé. Ik stel vragen aan de resonantiepersoon van het woord ervaar. Ze zit op haar knieën met haar lichaam naar voren gebogen met haar gezicht naar de grond. Ze is misselijk en het lijkt alsof ze moet overgeven. Ze zegt dat ze moet hoesten maar inhoudt, dit maakt haar misselijk. Op mijn vragen weet ze geen antwoord. Er komen bij mij situaties uit het verleden naar boven maar ik zeg ze niet hardop omdat ik niet wil invullen of in verhaal wil gaan. Vervlogen herinneringen uit een ander tijdperk, blijven zich gedurende het proces aandienen.

Tijdens de nabespreking vertelt procesbegeleider Annemieke, wat ze heeft gezien. Wat haar opviel was de snelheid waarmee ik door het proces bewoog en het enorme stressgehalte dat zich bij vlagen bij mij toonde. Ze vertelt dat op die momenten mijn stem veranderde en er bij mij een hyperalertheid te zien was. Wat ik bijzonder vind, is dat ik mezelf herken in wat ze zegt. Echter in het moment zelf, had ik niet door dat mijn lichaam in zo’n hoge stresstoestand schoot. Ook de snelheid herken ik nog steeds in mijn leven. Jaren geleden ontstond ruimte voor vertraging en kon ik onderzoeken waar ik zo hard voor wegrende. In die periode ontdekte ik, bij de Academie voor Psychodynamica, mijn liefde voor het therapeutische vakgebied. Sindsdien ben ik niet meer gestopt met studie, vakverdieping, intervisies en leertherapie. Immers nooit uitontwikkeld, zo blijkt ook nu maar weer.

Langzaam begin ik te beseffen dat de herinneringen die zonet naar boven kwamen, zich niet zomaar lieten zien. Het dringt tot me door dat alles wat zich bij mij zonet fysiek toonde, effecten zijn van vroegkinderlijk trauma. Gebeurtenissen die ik al lang achter me had gelaten, waarvan ik dacht dat ik ze verwerkt had. En deels is dit natuurlijk ook zo. Maar ergens ben ik vanuit overleving voorbijgegaan aan het feit dat ik, als klein meisje, na ingrijpende gebeurtenissen er alleen voorstond. Hierdoor heb ik emoties en gevoelens als paniek, angst en boosheid zelf moeten reguleren. Emoties waar ik als klein kind geen woorden aan kon geven.

Daarom had ik geen idee! Geen idee in welk reactiepatroon ik de afgelopen drie jaar heb vastgezeten, getriggerd door een privésituatie waarbij ik enorm gespiegeld ben met betrekking tot mijn traumabiografie. Dat ik iets gespiegeld kreeg wist ik wel, echter ik zat vast in een looping. Een fysiek reactiepatroon dat is ontstaan in mijn vroege kinderjaren en dat ik dus op cognitief niveau niet kon bevatten. Nu bevat ik het! Mijn fysieke reactiepatroon bestond uit echo’s uit het verleden, onzichtbaar maar wel voelbaar. En hoorbaar in de vorm van gedachten als ”Ik wil en kan dit niet!” Alles in mij schreeuwde dat ik hiervan weg wilde maar ik zat vast. Ik had met de situatie te dealen. Boosheid, vooral die boosheid….. uitschietend naar woede. En tegelijkertijd een freeze-toestand zoals ik net in het proces heb ervaren maar waar dus geen bewustzijn op zat. Hierdoor ben ik niet in staat geweest om op een gezonde manier met de situatie om te gaan. In plaats daarvan vluchtte ik in werk. En voilà, daar was ze weer, de workaholic! Ik ben verbijsterd en dankbaar. Dit diepere inzicht voelt bevrijdend.

Op de terugweg naar huis zet ik in de auto mijn favoriete playlist op, draai de volumeknop hoger, ontspan en huil de niet gehuilde tranen van toen. Langzaam vallen nog meer puzzelstukken op hun plaats, ontstaat tekst voor een blog en denk ik aan een oude foto van mezelf. Een afbeelding van mij als zestienjarige, zittend op de trap in mijn ouderlijk huis. De tiener die gestopt is met ballet en twee jaar later naar de Randstand vertrok, het kleine dansende vierjarige meisje achterlatend.

Het is donderdagmiddag. Ik ben weer bij Interakt. Dit keer voor een individuele sessie. Mijn Interactieve Zelf-Resonantie proces is net afgerond. Wederom ben ik diep onder de indruk van hetgeen dat zich tijdens dit proces getoond heeft en de inzichten die ik hierdoor heb gekregen. Tijdens de nabespreking vertelt procesbegeleider Jelena, dat ook nu weer blijkt hoe fijngevoelig dit werk is en dat het gaat over subtiele nuances die zich laten zien. Ik vertel haar dat Margriet tijdens Breek de Stilte 1, vertelde dat traumawerk millimeterwerk betreft. Dat deze woorden me de afgelopen twee jaar zijn bijgebleven en dat ik dit nu zelf op een oorspronkelijke laag aan den lijve ondervonden heb. Millimeterwerk. Jelena en ik kijken elkaar aan en ik zeg: ‘’Ik wilde vakverdieping m.b.t vroegkinderlijk trauma, nou hier heb ik verdieping!’’ We lachen. Ik bedank haar en terwijl ik mijn jas aantrek blijven nog steeds puzzelstukken op hun plek vallen. Proces gaat immers door.

Met een helder gevoel en diep onder de indruk, loop ik richting auto. Even later rijd ik richting Nijmegen om naar mijn nicht te gaan. We gaan ergens gezellig een hapje eten. Zin in! Dezelfde playlist als dinsdag op. Muziek klinkt en van binnen is het stil. Ik voel me loepzuiver en bedenk dat het tijd wordt om te dansen.

Vanessa Hermens, 18-02-2024