Juni 2012
Maandagochtend. Terugkomend in het hier en nu staar ik naar de klaproos. Ik voel geen haat meer. Het is weg, geen idee sinds wanneer maar het is weg.
Een half uur eerder. Op tafel liggen tijdschriften. We zitten in u-vorm en ik zie de andere deelnemers inclusief mijn nieuwe collegae druk bladeren in tijdschriften. Voor me ligt een blanco vel papier. In het kader van een train de trainer programma doe ik mee aan deze opdracht. Sinds twee maanden werk ik bij Sociale Zaken als Casemanager Activering. Samen met vijf collegae maak ik deel uit van een nieuw samengesteld team. Een bezield team met een missie: Beweging.
Vanochtend is de opdracht een moodboard maken over dromen. Het is stil in de ruimte, iedereen zit in zijn of haar bubbel. Even rust, een adempauze in een drukke periode. De stilte en de opdracht maken me senang.
Meer en meer ga ik op in de stilte en verdwijn ik in de opdracht. Bijna klaar om met mijn uitgescheurde inspiratiebronnen en dromen aan de slag te gaan, besluit ik nog een tijdschrift door te bladeren. In een flits wordt mijn blik gevangen door een grote klaproos. Langzaam begin ik de roos voorzichtig uit het tijdschrift te scheuren en zonder er erg in te hebben verdwijn ik terug in de tijd.
Met mijn moeder sta ik midden in een veld te kijken naar een klaproos. Ik ben een klein meisje van een jaar of zes en houd haar hand vast. In mijn andere hand houd ik veldbloemen vast die we hebben geplukt. Mijn moeder legt uit dat ik de klaproos moet laten staan. Het is geen gewone roos maar een bijzondere roos en als je hem plukt dan verwelkt de roos heel snel. Dit onthoud ik voor de rest van mijn leven.
Ik staar naar de klaproos. Geen haat meer en een onomkeerbare kanteling is in gang gezet. In 2009 heb ik vanuit machteloosheid, verdriet en woede besloten om mijn moeder nooit meer te zien. Ik heb haar gehaat en gewenst dat ze er niet meer zou zijn. En nu drie jaar later koester ik mijn zonet opgeplakte klaproos, heb ik mijn innerlijk kind ontmoet en is er ruimte voor een mooie herinnering uit mijn kindertijd.
Het is mijn beurt om mijn moodboard vol met dromen te presenteren aan de groep. Ik vertel over mijn dromen voor de toekomst en over mijn besef dat ik veel van mijn dromen al leef. Dan komt de klaproos aan bod. Als ik ben uitgepraat blijft het even stil. Langzaam begint de groep te reageren en ontvang ik de reacties met de verstilling nog in mij, niet wetende dat een proces van heel- wording in gang is gezet.
Later dat jaar heb ik een gesprek met een collega over schuldgevoel en verdriet. Schuldgevoel omdat ik mijn moeder haar kleinkind ontneem en mijn dochter haar oma. Mijn collega geeft aan dat ik in een vreemd soort rouwproces zit omdat ik afscheid heb genomen van mijn moeder terwijl ze leeft. Ik beaam dit en zeg dat ik ergens diep van binnen het verlangen voel om mijn moeder weer te zien. Hij kent de geschiedenis en zegt dat het wellicht verstandig is om te wachten tot mijn dochter een jaar of zestien is. Dit gesprek krijgt een vervolg tijdens de komende sessies bij mijn therapeut.
In 2013 krijgt ons team in het kader van samenwerking, een NLP-training inclusief twee individuele sessies. Bij aanvang van mijn laatste sessie vraagt de coach wat ik nog graag zou willen. Ik vertel over mijn verlangen en zeg dat ik vanuit vertrouwen contact op wil nemen met mijn moeder zonder last te krijgen van oude trauma’s. De coach vraagt me mijn ogen te sluiten, de sessie gaat van start. Een sessie die, zo blijkt later, de weg vrij heeft gemaakt.
20 mei 2014
De telefoon gaat over, en dan hoor ik na vier jaar haar stem: ’Hallo?’ Het enige wat ik kan voelen is liefde en ik feliciteer haar met haar verjaardag. Weer hoor ik haar stem: ‘Ach wat vind ik het fijn dat je belt.’ Hoewel ik nog voorzichtig ben met wat ik wel en niet deel, voel ik dat er definitief iets is veranderd. Niet lang daarna hebben we ons tweede telefoongesprek en hoor ik mezelf voor het eerst sinds mijn tienerjaren mama zeggen. De verstrikking is uit het systeem en oude wonden zijn geheeld.
11 januari 2018
Mijn groep heeft net de trainingsruimte verlaten. Op mijn telefoon check ik gauw even mijn mail. Een mail van de beroepsvereniging. Yes, ik ben toegelaten! Voel een enorme blijheid, wat de dag ook verder brengt, mijn dag kan niet meer stuk!
Zes jaar na het maken van mijn moodboard ben ik vele dromen verder. Een van mijn dromen op het moodboard was om ondernemer te worden. Een bedrijf opzetten met jongeren. Kasten restylen, gecombineerd met het verkopen van vintage spullen. Dit in een loods waar verschillende werelden elkaar zouden ontmoeten. Ik zie mezelf in 2012 nog staan voor de groep met mijn moodboard in mijn handen, in verbinding met mijn dromen, niet wetende dat ik op weg was naar worden wie ik ben. Geen loods maar een psychodynamische praktijk voor innerlijke vrijheid met de klaproos als symbool. En die loods? Wie weet komt die er ooit. Ik blijf dromen.
Vanessa Hermens, 3 oktober 2021